De Corvair verscheen voor het eerst op 2 oktober 1959, de Amerikanen spreken dan van modeljaar 1960. Het eerste model sedan met de kenmerkende ponton carrosserie is geproduceerd van 1960 tot en met 1964. Naast de sedan verschenen spoedig een coupé, een stationwagen en wat later een cabriolet . De eerste modellen hebben een 2,3 liter motor welke het jaar er op al werd vervangen door een iets groter 2,4 liter exemplaar. In de 2e productieserie werd de motor nogmaals vergroot naar 2,7 liter. De verkrijgbare uitvoeringen waren de 500, de iets luxere 700, de luxe 900 Monza en later de snelle Spyder met turbomotor.

Behalve de personenauto's bestond de Corvair reeks ook uit een serie lichte bedrijfswagens. De koper had hierbij de keuze uit een pick-up, een gesloten bestelwagen of de Greenbrier personenbus. Naast de traditionele "Loadside" pick-up bestond ook de praktisch "Rampside" versie waarbij een deel van de zijkant naar beneden gelaten kon worden. Dit model werd dan ook snel het meest populair. De productie van de bedrijfswagens stopte in 1964, die van de Greenbrier personenbus in 1965.

In 1965 introduceerde Chevrolet een compleet nieuwe Corvair. De moderne carrosserie had niets meer van doen met het vorige model en ook technisch was de wagen flink aangepakt. De 2,7 liter motor was nu de standaard voor alle modellen en de achterwielophanging met pendelassen was vervangen door een volledig onafhankelijke ophanging gebaseerd op die van de Corvette. De beschikbare carrosserie varianten waren een sedan, een coupé en een cabriolet. Naast het 500-model en de luxere Monza werd het Corsa sportmodel geïntroduceerd, waarbij de nadruk helemaal op sportiviteit lag. Deze tweede serie is geproduceerd tot 1969, waarbij op het laatst alleen nog maar de coupé en de cabriolet leverbaar waren.